“Ga dan heen, onderwijs al de volken,
hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest,
hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.”

– MATTEÜS 28:19

Onze geloofsgrondslag is gebaseerd op de Bijbel als de Heilige Schrift, gegeven door inspiratie van God, die alles bevat wat de mens nodig heeft voor zijn verlossing. Wij zien de Bijbel als het enige gezaghebbende geschrift.

  • Wij geloven in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde.
  • Wij geloven in Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle tijden, ontvangen door de Heilige Geest en in de wereld geboren uit de maagd Maria, onberispelijk in het leven, gekruisigd en gestorven voor onze zonden, opgestaan ​​tot onze rechtvaardiging.
  • Wij geloven dat de Helper, de Heilige Geest, ons zal leren en herinneren aan alles wat Jezus ons heeft opgedragen.

We onderschrijven de Apostolische geloofsbelijdenis en de Geloofsbelijdenis van Nicea.

Wij geloven dat christen zijn een vrijwillige keuze en overtuiging is om te leven als navolger van Christus naar het Woord van God, de Bijbel. Navolgers van Christus vormen het lichaam, de gemeente, waarvan Christus Jezus het hoofd is. Ons doel is dat ieder lid aan Christus Jezus verbonden wordt, en elk lid op zijn wijze meewerkt aan de opbouw van de gemeente.

Verder is onze geloofsgrondslag gebaseerd op de leerstellingen, waarden en christelijke inhoud waar Johan O. Smith voor stond. Zijn artikelen in het maandblad Skjulte Skatter (Verborgen Schatten), zijn achtergelaten brieven en zijn boeken uitgegeven door Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag geven daar inzicht in.

Geloofsgrondslag BCC Lees meer over Johan O. Smith Bestel hier literatuur van Johan O. Smith

Samenvatting geloofsgrondslag

Onderstaande tekst betreft een leerstellige samenvatting van de hoofdstukken uit de geloofsgrondslag van BCC. Lees de volledige geloofsgrondslag hier als PDF: Geloofsgrondslag BCC

Wij geloven in de Bijbel als Heilige Schrift, die door inspiratie van God is gegeven en die alles bevat wat de mens nodig heeft voor zijn verlossing. Het openbaart Gods hele verlossingsplan voor alle mensen. Wij geloven dat de Geest van God zowel het Oude als het Nieuwe Testament heeft doordrongen. Wij geloven dat Gods Woord door geloof ontvangen moet worden en dat het gedaan moet worden, en niet alleen gehoord. (Hebr. 4:2-3 en Jak. 1:22-25). Kennis van en gehoorzaamheid aan Gods Woord, zoals dat voor het eerst in het Nieuwe Testament staat, is de grondslag voor alle ware groei en ontwikkeling, zowel in het persoonlijke leven als in de gemeente. (Matt. 22:29, 2 Tim. 3:15-17).

Wij sluiten ons aan bij de apostolische geloofsbelijdenis en de geloofsbelijdenis van Nicea. Wij geloven dat Gods wezen en naam geopenbaard zijn in Gods Woord en Hij openbaart zijn naam als “Ik ben.” Wij geloven dat God zich vanaf het begin van de schepping op verschillende manieren aan de mensen heeft geopenbaard en een vertrouwelijke omgang met hen wenst.

Wij geloven dat Jezus Christus de eniggeboren Zoon van God is, verwekt door de Heilige Geest en ter wereld gebracht door de maagd Maria. We geloven dat Jezus naar het vlees een mens werd en deel kreeg aan vlees en bloed gelijk de kinderen. Hij werd dus, als de mens Christus Jezus, een Middelaar tussen God en ons als mensen. (1 Tim. 2:5-6). Hij heeft de dood geleden in zijn vlees en is levend gemaakt in zijn geest. Hij stond op uit de doden op de derde dag en werd verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Heer.

Wij geloven dat de Heilige Geest samenwerkt met de Vader en de Zoon om het verlossingsplan van de Vader te voltooien. Deze is gegeven als een geschenk van God aan ons mensen, tot kracht en leiding om Jezus’ getuigen te zijn op aarde. De Heilige Geest geeft ons vreugde en vrede in het geloof in Jezus Christus, en Hij pleit voor de gelovige.

De Vader is de naam van God die Jezus vaak gebruikte en die ook Gods relatie met de Zoon en de Heilige Geest aanduidt. Wij geloven in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en hun onderlinge werkzaamheid om de mensen tot verlossing te brengen en om de discipelen tot groei in Jezus Christus en gelijkvormigheid aan het beeld van de Zoon te brengen.

Lees meer

Wij geloven dat de mens, die bestaat uit geest, ziel en lichaam, naar het beeld van God is geschapen als het voornaamste van Gods scheppingswerk. De mens is geroepen om in gemeenschap met God te leven. Maar door de zondeval werd Gods oorspronkelijke plan verstoord, toen Satan een beroep deed op de vrije wil van de mens en de mens ongehoorzaam werd aan Gods wil. De zonde schiep daardoor een scheiding tussen God en de mens.

Het geweten is een morele rechter waarmee alle mensen zijn uitgerust, maar die gekleurd is door traditie en cultuur. Wij geloven daarom dat het belangrijk is dat het geweten gevormd en ontwikkeld wordt door Gods Woord en Gods Geest. Het is van doorslaggevend belang dat een mens een goed geweten bewaart om tot geestelijke groei te komen. (1 Tim. 1:19 en Hebr. 13:18).

God wil dat ieder mens gered wordt en tot kennis van de waarheid komt. God zag de nood van de mensen en zond in zijn grote liefde zijn eigen Zoon naar de wereld, opdat eenieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Hij is niet gekomen om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem verlost zou worden. Jezus werd een losprijs en kreeg de macht om alle zonden van de wereld te vergeven. Wij geloven dat er vergeving en verlossing is voor allen die met hun mond belijden dat Jezus Heer is en in hun hart geloven dat God Hem uit de doden heeft opgewekt.

Lees meer

Wij geloven dat Gods woord eenstemmig getuigt van de mogelijkheden tot verlossing, groei en ontwikkeling die ons gegeven zijn, ondanks dat de vleeswording van Jezus niet tot in detail uitgelegd kan worden. Wij geloven dat Christus de eniggeboren Zoon van God is, geboren uit God de Vader vóór alle tijden. In zijn pre-existentie was de Zoon geheel en al één met de Vader. Hij had zijn vreugde in het dienen van de mensenkinderen. Wij geloven dat God, toen de tijd rijp was, zijn eniggeboren Zoon naar de aarde zond. Hij kwam met het rijk van God dat tot in eeuwigheid blijft bestaan. Dit was het rijk waaraan zijn hele leven toebehoorde en dat Hij verkondigde. Wij geloven dat Hij waarachtig God was, verwekt door de Heilige Geest. Wij geloven dat het wezen van de Vader door de Geest van heiliging tijdens zijn hele wandel in Hem was en dat Hij uitsluitend de werken van zijn Vader deed. Hij deed niets uit zichzelf, want Hij zocht niet zijn eigen wil, maar Hij deed de wil van Hem die Hem gezonden had.

Wij geloven dat Jezus tegelijkertijd de Mensenzoon was, zoals Hij zichzelf noemde. Wij geloven dat dit ernaar verwijst dat Hij in de dagen van zijn vlees begrensd was door plaats en tijd. Hij had een menselijke ziel en wil, gevoelens en verstand. Wij geloven dat de overeenkomst verder bestond in het feit dat Hij verzocht werd zoals een mens verzocht wordt, doordat Hij vrijwillig hetzelfde vlees als andere mensen had aangenomen. Hij werd in alles beproefd op dezelfde wijze als wij, maar zonder zonde. Wij verstaan hieronder dat Hij leed en verzocht werd net als wij, maar dat Hij alle beproevingen doorstond zonder te zondigen, zonder te vallen in verzoeking. De zonde kreeg nooit macht en kwam nooit tot uiting door Hem en niemand kon Hem overtuigen van zonde. Om Gods wil te doen koos Hij ervoor om zijn eigen wil te verloochenen. Zijn hart en gezindheid waren in de hemel, ook al was zijn lichaam op aarde. Door dit lichaam kwam Gods Koninkrijk tevoorschijn in zijn kracht en volheid. Als degene die nooit gezondigd had, had Jezus daarom de macht om verzoening te brengen voor de zonde van de mensheid.

Wij geloven dat Jezus, door in zijn aardse leven in deze absolute trouw te leven, waarin Hij elke dag zijn kruis opnam en zichzelf verloochende (het ‘zelf’ dat Hij geërfd had doordat Hij mens was geworden), een nieuwe en levende weg heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is zijn vlees. (Hebr. 10:20). Die weg voert het heiligdom binnen, dat wil zeggen naar een vertrouwelijke omgang met de Vader en de Zoon.

Wij geloven dat de verzoekingen en beproevingen die Jezus doorleefde uiterst reëel waren, waar Hij in gehoorzaamheid van het geloof streed tegen de machten van de duisternis. Tijdens zijn hele levenswandel, vanaf zijn geboorte in een kribbe totdat zijn lichaam tussen twee misdadigers gekruisigd werd op Golgotha, trad Hij nederig op en met de gestalte van een slaaf. Hij kwam naar de aarde om te dienen en om zijn leven te geven. Wij geloven dat de voetstappen van Jezus, in ootmoed en zelfvernedering, een weg werden waarop wij Jezus kunnen navolgen; een nieuwe en levende weg. Hij werd de Weg, de Waarheid en het Leven. Alles wat gemeenschap en eenheid verhinderde, alle zonde en alle vijandschap vanwege cultuurverschillen, etnische verscheidenheid en historische achtergrond, werd verslagen in zijn vlees. In deze strijd gaf Hij zijn kostbare bloed. Het kostte Hem zijn leven en legde het fundament opdat Hij alles en in allen kon worden.

Wij geloven dat Jezus, tijdens zijn wandel op aarde, een nieuw leven openbaarde. Hij liet ons Gods goedheid en liefde zien en liet ons voetstappen na, zodat we Hem kunnen navolgen op de smalle weg die ten leven leidt. Wij geloven dat, toen Christus gekruisigd werd op Golgotha, de dood Hem niet kon houden, omdat Hij zijn hele leven de zonde had overwonnen en daarmee ook de dood, die een gevolg is van de zonde. Hij stond de derde dag op en werd een oorzaak van eeuwige verlossing. Door deze onvoorstelbaar grote verlossing kunnen alle mensen vrede krijgen met God, verzoening ontvangen en gerechtvaardigd worden voor God door het geloof in het werk dat Jezus deed op Golgotha.

Wij belijden Jezus Christus ook als onze Hogepriester en Middelaar. Hij zit nu aan de rechterhand van de Vader en leeft om voor ons te pleiten. Wij geloven dat Hij door de Heilige Geest aan zijn discipelen werkt om hen te vormen tot gelijkvormigheid aan het beeld van de Zoon. Wij geloven dat, wanneer wij wandelen in het licht dat God in onze harten laat schijnen, de Zoon door de Heilige Geest zal werken in ons binnenste en met de opnieuw geboren mens zal werken, zodat deze in toenemende mate wordt gekenmerkt door Gods wezen. Om te groeien in het goede, moet de Hogepriester aan ons werken, zodat we licht kunnen krijgen over steeds meer van wat er in ons zondelichaam woont. Pas dan kan de zonde die aan het licht komt gehaat, bestreden en gedood worden, zodat het leven van Christus meer tevoorschijn kan komen door ons lichaam.

Lees meer

Wij geloven dat het resultaat van het werk dat plaatsvond in Jezus ten tijde van zijn dagen in het vlees, in zijn geest kwam wonen. God zond deze Geest op de dag van het Pinksterfeest, nadat Jezus uit de doden was opgewekt en was verheerlijkt door zijn Vader. Het was dezelfde Geest die bij Jezus was geweest gedurende zijn leven op aarde, en die zou nu een kracht en een gids zijn voor de discipelen op de weg in de voetsporen van Jezus.

Wij geloven dat de Heilige Geest wordt ontvangen als een geschenk, niet als een beloning die we kunnen verdienen. Door de Heilige Geest zal Gods liefde in onze harten worden uitgestort en kunnen wij, door Gods genade, roemen in de hoop op Gods heerlijkheid. Wij geloven dat God, door de rijkdom van Gods overvloedige genade en door gebed in de Heilige Geest, kracht geeft om de Geest te gehoorzamen en zo te overwinnen over het vlees met zijn lusten en begeerten.

De wereld kan deze Geest niet ontvangen (Joh. 14:15-18), omdat liefde voor God en liefde voor wat in de wereld is niet gecombineerd kunnen worden. “Ga daarom weg uit hun midden en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige. ” (2 Kor. 6:17-18).

Wij geloven dat de Heilige Geest de Trooster is, wiens taak het is om de discipel alle dingen te leren en hem te herinneren aan alles wat Jezus heeft gesproken. Men krijgt hoop en is ervan overtuigd dat het mogelijk is om bevrijd te worden van de heerschappij van de zonde. Wij geloven dat de Heilige Geest ook overtuigt van gerechtigheid, en deze overtuiging brengt blijdschap en verlossingsvreugde in het leven van de gelovige, door het zien van Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid. Wij geloven dat een mens door zich te verenigen met de overtuiging van het oordeel van de Geest (1 Kor. 11:31-32), ertoe geleid wordt om de gemeenschap met Christus te kennen in zijn lijden. Voor de gelovige is dit een voortdurend proces, dat doorgaat totdat hij, zover als hij gekomen is, thuis is bij de Vader.

Wij geloven dat de Vader en de Zoon onophoudelijk werken, en dat hun werk in de gelovige plaatsvindt door de Geest die op de dag van het Pinksterfeest werd uitgestort. Deze Geest spreekt de waarheid en zal ons leiden naar de hele waarheid in gemeenschap met Hem die de Weg, de Waarheid en het Leven is. De Geest verkondigt ons de toekomstige dingen, zodat we getroost worden en ons kunnen verheugen in een levende hoop. Wij geloven dat de Geest ons zal leiden om in de voetsporen van Jezus te wandelen.

Wij geloven dat de gerechtvaardigde mens nog steeds de inwonende zonde in zich heeft, het zondelichaam genoemd, het vlees waarin geen goed woont. Daarom ook moeten we God leren kennen als een verterend vuur. Wanneer God in ons werkt, brengt dit een vuur over het zondige dat de mens sinds de zondeval heeft verdorven. Wij geloven dat het als discipel noodzakelijk is om het vuur de zonde te laten verteren, door in het dagelijkse leven in de Geest te wandelen, zodat het hart gevuld wordt met een goede schat en de discipel wordt veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid door de Heilige Geest.

Wij geloven dat de werkingen van de Geest in een mens werken in de richting van een verborgen leven voor Gods aangezicht; het is een werk dat leidt tot dieper inzicht en heiligmaking. Een geestelijk leven is dus een leven in ontwikkeling van licht tot licht naar Gods wil. Door in de Geest te wandelen, zal men de verterende werking van het vuur ervaren en zal de vrucht van de Geest tevoorschijn komen.

Ons lichaam moet een wapen van de gerechtigheid zijn voor God en een tempel voor de Heilige Geest. Daarom hebben we grote beloften, voor geest, ziel en lichaam. Wij behoren Christus toe en zullen alles met Hem erven. Wanneer dit wordt afgerond bij de wederkomst van Jezus, heeft de Heilige Geest het werk voltooid waarvoor Hij tijdens de dag van het Pinksterfeest op aarde kwam, en zal er een vrederijk op aarde worden opgericht.

Lees meer

Wij geloven dat genade duidt op de barmhartigheid en goedheid die de mens onverdiend ten deel zijn gevallen. Wij geloven dat Gods hele schepping in stand wordt gehouden door Gods barmhartigheid en genade en dat de mens zijn hele leven afhankelijk is van Gods genade. Alleen door genade kan een mens voor God gerechtvaardigd worden.

Iedereen die in Jezus gaat geloven en Hem om vergeving van zonden vraagt en spijt heeft van zijn zonden, krijgt door genade onverdiend vergeving. Een mens kan zelf niets presteren om daardoor vergeving van zonden te verkrijgen. God gaf zijn eniggeboren Zoon, opdat eenieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Jezus is bereid om elke ziel die zijn naam aanroept aan te nemen, zelfs in de laatste minuten van zijn leven. Hij heeft de macht om zonden te vergeven; Hij stierf voor de mensenkinderen toen wij nog zondaars, goddelozen en vijanden waren. God wil dat alle mensen gered worden en tot erkentenis van de waarheid komen.

Wij geloven dat als iemand door Gods roeping en aantrekkingskracht tot inkeer is gekomen en de blijdschap van de vergeving van zonden heeft ervaren, het een natuurlijk gevolg is dat hij de wil van de Vader wil doen. God is zijn Vader geworden en hij is met God verzoend en heeft vrede met God gekregen. De mens is dan gerechtvaardigd door het geloof. Wij geloven dat de Heilige Geest het Woord, dat het zaad is, in het hart van de mens zaait en dat er een nieuw schepsel wordt geboren. Het teken van een nieuwe geboorte is dat de gelovige de heerlijkheid van God begint te zien en Christus in hem begint te leven.

Wij geloven dat God ons door zijn genade opvoedt tot volgelingen van Christus om de goddeloosheid en wereldse begeerten te verloochenen. (Tit. 2:12). Dit wordt een opvoeding tot een nieuw leven, waar genade en waarheid samenwerken om in een zondaar die vergeving heeft ontvangen een goddelijk leven voort te brengen. Daarbij zal er een reiniging en gelijkvormigmaking plaatsvinden. Alle deugden van Christus, de vrucht van de Geest, komen door de werkingen van God tevoorschijn, wanneer we daaraan gehoorzaam zijn. De verdrukkingen waarmee de gelovige wordt geconfronteerd, zijn dan geen versperringen, maar poorten waar genade en waarheid elkaar ontmoeten. Het hele verlossingswerk is van begin tot eind een genade van God, dat alleen door geloof plaatsvindt. Daarom is onze roem op elk moment en bij elke stap uitgesloten.

Wij geloven, net als Jakobus en Petrus, dat de ware genade wordt toegewezen volgens deze wet van de Geest: God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. (1 Petr. 5:5, Jak. 4:6). Het is de bedoeling dat er een groei in nederigheid komt. De weg van nederigheid begint daar waar de mens zich in zijn hulpeloosheid overgeeft aan de Heiland om de hulp van Hem te ontvangen. Dan wordt men door zijn genade om niet gerechtvaardigd. De weg van de nederigheid is om in de voetsporen te treden van Hem die zichzelf vernederde en zachtmoedig en nederig van hart was. Paulus schrijft: “Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is.” (1 Kor 15:10). Nederigheid is daarom van doorslaggevend belang om door genade te kunnen groeien, en wij geloven dat hoe groter iemands nederigheid is, hoe rijker het werk van genade in diens leven zal zijn.

Armoede van geest en nood over de ontoereikendheid in zorg en liefde, bewerken een grotere vrees voor God en gebed om genade en hulp om de juiste keuzes te maken in gedachten, woord en daad. Daarom moeten we ernaar streven om te groeien in genade en kennis van onze Heer en Heiland, Jezus Christus.

Lees meer

Het kruis is voor ons een van de belangrijkste woorden en begrippen van het nieuwe testament. In de Schrift wordt hier op verschillende manieren en met verschillende betekenissen over gesproken; zowel de dood van Jezus aan het kruis op Golgotha, als een gekruisigd leven met Christus leven en dagelijks ons kruis opnemen.

Door zijn dood aan het kruis op Golgotha werd Jezus voor eens en voor altijd ons zoenoffer. Hij was de rechtvaardige die stierf voor onrechtvaardigen. Alle mensen, hoe diep ze ook in zonde gevallen zijn, kunnen door geloof in Hem vergeving van zonden ontvangen om niet, door zijn genade, als ze hun zonden erkennen, om vergeving vragen en zich ervan afkeren.

Wij geloven dat het na zo’n bekering natuurlijk is dat een mens zich afkeert van Satans macht tot God en van de duisternis tot het licht. Dat wordt dan de basis voor een nieuw leven, waarin hij door geloof zijn oude leven, “de oude mens”, beschouwt als gekruisigd met Christus, zodat het buiten werking gesteld wordt. De lusten en hartstochten van de menselijke natuur, die in het vlees wonen, moeten ons hart en onze gezindheid niet binnengelaten worden; die moeten aan het kruis gehouden worden, en ons hart en onze gezindheid verenigen zich dan door geloof met Gods wil.

Jezus vermaant zijn discipelen om dagelijks zichzelf te verloochenen en het kruis op te nemen. Dit gaat niet alleen over de openbare werken van het vlees, werken die duidelijk zondig zijn, maar om de herschepping van onze hele innerlijke mens, onze gedachten en beweegredenen, zodat wij gelijkvormig worden aan het beeld van zijn Zoon. Wij geloven dat wij, door ons zelfleven te verloochenen, ons kruis op te nemen en in de voetsporen van Jezus te volgen, deel kunnen krijgen aan het nieuwe leven en aan de wijsheid die van boven komt. Wij geloven dat het de roeping van de gelovigen is om vrucht te dragen voor God en dat het leven van Christus geopenbaard kan worden in en door ons lichaam. Wanneer een discipel zichzelf verloochent en zijn kruis opneemt, zal er een lijden ontstaan dat resulteert in een dood over de zonde in zijn vlees, omdat de begeerten van het vlees geen voedsel krijgen. Deze dood leidt tot de vrede van Jezus en tot de ontplooiing van zijn leven en deugden in het sterfelijke lichaam van de discipel.

Wij geloven dat verzoekingen een toets zijn van ons geloof. Verzocht worden is geen zonde, maar wanneer je toegeeft aan de verzoeking, wordt zonde geboren. Wij geloven dat wij in verzoekingen, door de kracht van de Geest, kunnen overwinnen over de zonde en op die manier ook over de macht van Satan. Dit is een strijd die plaatsvindt in onze innerlijke mens, nadat wij tot geloof zijn gekomen in Jezus Christus en zijn leven. Voor dit overwinningsleven heeft Jezus voetsporen nagelaten, zodat wij daarin kunnen wandelen en zijn voorbeeld kunnen navolgen.

Onze roeping is om discipelen te zijn van Jezus. Hij is de Meester en wij zijn zijn leerlingen. De discipel volgt in de sporen van de Meester, die zichzelf vernederde en een dienaar werd. Dit discipelleven in de voetsporen van Jezus is de smalle weg die naar het leven leidt, waar de discipel door gehoorzaamheid dagelijks leert van Hem. (Matt. 7:13-14). Wij geloven dat wij als discipelen ons op deze weg nergens zorgen over hoeven te maken, omdat God weet wat wij nodig hebben en ervoor zorgt dat wij krijgen wat wij nodig hebben. De Heilige Geest leidt de discipel, en de Meester zelf, Jezus, leeft om voor ons te pleiten, zodat wij hulp krijgen op het juiste moment. Wij geloven dat er groei en vooruitgang komt, wanneer wij in de leer gaan bij de Meester en van Hem leiding, opvoeding en troost ontvangen, zodat de kenmerken van de liefde tevoorschijn komen in het leven van een discipel. De vrucht van de Geest, het leven van Christus, komt naar voren als stromen van levend water door het leven en de dienst van zo’n discipel.

Wij geloven dat het geloof leidt tot daden in de vorm van goede werken. Daarom hechten wij veel waarde aan een wandel in geloofsgehoorzaamheid, zodat wij Gods geboden en de leiding van de Heilige Geest gehoorzamen. Op deze manier eigenen wij ons Gods wijsheid en kracht toe. Zo’n leven schept gemeenschap en eenheid en geeft kracht en wijsheid van God, wat het kwade buitensluit, en het wordt een bron in ons die opwelt tot het eeuwige leven. (Joh. 4:14).

Een leven in overwinning is niet hetzelfde als volmaakt te zijn of de heiligmaking voltooid te hebben. Maar het wil zeggen dat wij trouw zijn naar het licht dat God ons gegeven heeft; dat wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is. (1 Joh. 1:7). In dit krachtige licht begint men de zonde te haten, die in het vlees woont, maar die geen plaats meer heeft in iemands hart en gezindheid.

Wij geloven dat gebed en de werkingen van de Heilige Geest de mens de mogelijkheid geven om te communiceren met de Schepper. Wij geloven dat wij in alles, met vrijmoedigheid, onze verlangens door bidden en smeken met dankzegging bekend kunnen maken bij God. Dan zal zijn vrede onze harten en gedachten behoeden in Christus Jezus. Wij geloven in genezing door gebed. De gelovigen worden ook vermaand om actief te zijn en deel te nemen aan gebed, om bewaard te blijven van het kwade.

Wij geloven dat gebed om de Geest van wijsheid en openbaring, een gebed is dat centraal staat voor allen die zich willen binnendringen in Gods koninkrijk en de wereld van de Geest. Veel van de belangrijkste gebeden, zowel voor het eigen leven, als voor andere mensen, Gods gemeente en voor land en volk, zijn uitgevochten in het verborgene, alleen voor Gods aangezicht. Aanbidding is een wezenlijk deel van het gebedsleven van een discipel. Het is een gebed waarin alle bewondering, alle eer, macht en zegen toekomen aan de Vader en de Zoon.

BCC vindt een sterke grondslag in de eerste 8 hoofdstukken van de brief aan de Romeinen voor ons begrip van de ontwikkeling in het leven van een gelovige, van rechtvaardiging om niet door zijn genade, tot een leven in overwinning, ja meer dan overwinning. Dit houdt ook in dat wij geloven dat wat Paulus uitlegt in Romeinen hoofdstuk 7, de ervaring van een wedergeboren gelovige is tijdens deze ontwikkeling in het goede. Paulus erkende dat wie zich beijvert om Gods goede, welbehaaglijke en volkomen wil te doen, gevangen wordt door de wet van de zonde die in zijn leden woonde.

Wij geloven dat een discipel zich arm zal voelen aan wijsheid en vruchten van de Geest, maar toch kan leven in overwinning en blijdschap en God kan dienen met zijn verstand. Wij geloven dat de vrijheid in Christus zal toenemen naarmate Gods Woord, dat de waarheid is, macht krijgt en leven in ons wordt. In diezelfde mate zal de wet van de zonde in onze leden zijn macht verliezen.

Lees meer

Wij geloven samen met de apostel Petrus dat een navolger van onze Meester en voorloper, Jezus Christus, de belofte heeft gekregen om nog tijdens zijn leven deel te krijgen aan zijn goddelijke natuur. De groei in de deugden laat zien dat men niet inactief of onvruchtbaar is in de kennis van onze Heer Jezus Christus. Maar deze grootste en kostbaarste beloften hebben voorwaarden; we moeten het vlees met zijn lusten en begeerten kruisigen. We moeten de eigenschappen van dit goddelijke leven najagen en godsvrucht beoefenen totdat dit onze natuur en ons leven wordt.

Wij geloven dat heiligmaking een levenslang proces is, wat inhoudt dat we vruchten gaan voortbrengen voor God. Wij geloven dat verlossing door zijn leven betekent dat het leven van Jezus zichtbaar zal worden in en door ons lichaam, wanneer we onszelf dagelijks verloochenen, ons kruis opnemen en in de voetsporen van Jezus treden. Wij geloven dat Jezus juist tot dit leven uitnodigde. Zijn bedoeling is dat we als zijn discipelen een leerproces aangaan, waarin we leren om de wetten en geboden van het nieuwe verbond te onderhouden. Dit verborgen leven met Christus in God leidt tot heiligmaking.

Wij geloven dat in deze ware godsvrucht een verlangen ligt om Gods wil te doen. De Geest brengt ons het Woord van Jezus in herinnering en als we daar acht op geven, wordt het onze geestelijke voeding en groei. Dan vinden we Gods wil, die onze heiligmaking is: Wij zijn geroepen om door zijn Geest herschapen te worden en deel te krijgen aan het hemelse beeld van Jezus. Dit is in de diepste zin de verlossing door het leven van de Zoon, nadat we verzoend zijn. In dit heiligmakingsproces bidt de Heilige Geest voor ons en gaat aan het werk om in ons leven de vruchten van de Geest voort te brengen door deze voortdurende reiniging van de egoïstische eisen van de mens.

Wij geloven dat de Bergrede de kern is van de boodschap die Jezus bracht en dat we deel krijgen aan het evangelie door daders van het Woord te zijn volgens de woorden van Jezus zelf: “Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft.” Christus wordt dan als een fundament in je leven gelegd en door je leven te bouwen op het Woord, ontstaat Gods gebouw. (1 Kor. 3:11). Wij geloven dat de wijsheid die van boven komt, het wezen is van de nieuwe schepping en de heerlijkheid van de onzichtbare God, die door ons geopenbaard zal worden.

Lees meer

Wij geloven dat de Gemeente, het lichaam van Christus, bestaat uit iedereen die in Christus gelooft en in een trouw discipelverbond met Hem leeft. Dit is onafhankelijk van de geloofsgemeenschap waartoe je hier op aarde behoort. Wij geloven dat God zijn voornaamste interesse in de Gemeente heeft, die door Gods woord ook wordt aangeduid als de bruid van Christus, Gods liefdesgave aan de Zoon, die heilig en onberispelijk voor Hem moet worden geplaatst.

De Schrift duidt de Gemeente ook aan als een lichaam, waar degenen die Christus toebehoren, leden van zijn. Dit lichaam is Gods liefdeswerk, waar Christus mensen uit verschillende tijdperken, culturen en volkeren toevoegt aan de gemeente, om een woning voor God te vormen in de Geest. In deze woning is het de Geest van God, die spreekt tot onderricht, leiding en oordeel, zodat de leden kunnen worden opgebouwd en kunnen opgroeien tot Hem, die het hoofd is, Christus. Wij geloven dat de Gemeente zal groeien en zich zal ontwikkelen doordat ieder lid groeit, in een onderlinge gemeenschap en wederzijdse liefde, die in toenemende mate innig en veelzijdig wordt. Oprechte liefde tot alle andere leden is de levensader in het leven van een discipel en die houdt aanklacht en duisternis op afstand. Het bevordert ook talenten en genadegaven, die tot opbouw van het hele lichaam worden uitgeoefend.

Wij geloven dat de eenheid onder de discipelen van Jezus het bewijs ervan is, dat ze in Hem geloven en dat is een getuigenis voor hun omgeving, ja voor de hele wereld. Deze eenheid is een resultaat van het kruis van Christus, dat werkzaam is in het leven van ieder lid. Het geloof komt door de verkondiging, dus geloven wij in het belang om samen te komen om te bouwen en opgebouwd te worden, om elkaar te dienen en voor elkaar te zorgen, zoals Christus ons aanvaard heeft tot eer van God.

Het breken van het brood is ook een gemeenschapsmaaltijd, een maaltijd waar Jezus zich zeer op verheugde om die samen met zijn discipelen te houden. Dit zal de gemeenschap met Jezus en de gemeenschap tussen de gelovigen onderling versterken en een extra herinnering worden aan ons discipelverbond. Door samen één brood te delen getuigen wij, dat we allemaal leden zijn aan een en hetzelfde lichaam en wanneer wij de wijn drinken, getuigen wij dat wij deelnemen aan hetzelfde lijden dat Jezus had in zijn vlees.

Wij geloven dat het in het lichaam van Christus een hoofdzaak is om elkaar te dienen zonder te eisen en om de ander hoger te achten dan onszelf. Wij geloven dat alle leden aan het lichaam van Christus een belangrijke dienst hebben tot hulp en zegen voor hun geloofsgenoten. Op deze manier wordt het lichaam van Christus een levend organisme, waar door de leiding van Christus – die het hoofd is van het lichaam – zegen verspreid wordt naar de leden en hun omgeving. In een gemeente zijn veel taken en iedereen kan deelnemen met de talenten en genadegaven die ieder afzonderlijk heeft en deelnemen naar de wijsheid die men heeft ontvangen.

Om de groei van ieder lid naar het hoofd toe te bevorderen, heeft Christus dienaren aangesteld, die dezelfde gezindheid hebben om te dienen en te geven als Hij zelf heeft gehad. Het zijn personen die op een natuurlijke manier opgroeien en gegrepen zijn van Jezus als Heer en van het leven dat Hij heeft geleefd. Zij worden gevormd tot gelijkheid aan Hem en hebben veel proeven van het leven doorstaan en zijn bewaard in de eerste liefde voor Jezus Christus. In deze liefde zetten ze hun genadegaven en talenten in om anderen te helpen om op te groeien en persoonlijk in verbinding te komen met het hoofd, Christus. Deze dienaren bevinden zich in een persoonlijke groei en ontwikkeling in heiligmaking, en wij geloven dat de vermaning om “acht te geven op zichzelf en op de leer” (1 Tim. 4:16) een hoofdzaak is voor iedereen die genade krijgt om mee te bouwen aan een levenskrachtige gemeente.

Wij geloven dat – als we vooruitgang willen boeken in het zendingswerk – leven en leer in harmonie moeten zijn. Het is een groot werk om verschillende volkeren met verschillende achtergronden te verenigen in het nieuwe gebod, dat Jezus aan zijn discipelen gaf: om elkaar lief te hebben zoals Hij heeft liefgehad. Wij geloven dat wanneer wij werken in die Geest, dat het zaliger is om te geven dan te ontvangen, er genade zal zijn over het werk op het zendingsveld. Wij geloven ook dat de basis voor een geslaagd zendingswerk zowel in geestelijke als aardse arbeid ligt, in lijn met de manier waarop Paulus zich heeft ingespannen.

Wij praktiseren de doop van gelovigen door onderdompeling van het lichaam in water. Wij geloven dat de doop een plechtig getuigenis is voor God en voor mensen en dat je een verbond met God wilt aangaan in geloof in de opstandingskracht van Jezus. Wij geloven dat de doop een handeling is die aangeeft, dat er iets ophoudt en iets nieuws begint. Het lichaam van de zonden van het vlees moet uitgetrokken worden. (Kol. 2:11-12). Wij geloven dat doop te maken heeft met een innerlijke overtuiging en een besluit om een discipel van Jezus te worden en daarnaast een fysieke handeling is, die getuigt en bevestigt voor iedereen, dat dit besluit persoonlijk en echt is. Door de doop wordt bevestigd dat je een gekruisigd leven met Hem wilt leven, met Hem wilt lijden en trouw wilt blijven aan het verbond dat je bent aangegaan.

Het breken van het brood is een herinneringsmaaltijd en een gemeenschapsmaaltijd. Wij gedenken de strijd en het lijden van Jezus voor ons. Zijn geofferde lichaam is een krachtige vermaning voor ons. Wanneer wij deelnemen aan het breken van het brood, belijden wij zonder woorden dat ook ons lichaam is geofferd om de wil van God te doen en wij verkondigen daarmee de dood van de Heer totdat Hij komt. Het breken van het brood zal onze onderlinge gemeenschap versterken en een sterke herinnering zijn aan ons discipelverbond. Door het brood te delen getuigen wij dat wij allemaal leden zijn aan een en hetzelfde lichaam en wanneer wij van de wijn drinken, getuigen wij dat we in hetzelfde lijden deelnemen, dat Hij in zijn vlees heeft geleden. Onze visie op het avondmaal valt in principe samen met de gereformeerde traditie, waar het avondmaal een herinneringsmaaltijd is, waar Jezus Christus geestelijk dichtbij is. Wij hechten grote waarde aan de betekenis van het avondmaal voor een ware navolging van Christus in het leven van de gelovige.

BCC heeft de noodzaak gezien om samen op te trekken met andere christelijke geloofsgemeenschappen, die vechten voor vrijheid van godsdienst en de randvoorwaarden voor het christendom in onze samenleving. Wij geloven dat die andere geloofsgemeenschappen ook behoefte hebben aan BCC, zodat we hierin samen kunnen optrekken. Dit houdt geen erkenning in van elkaars theologische begrippen en waarden, maar een wederzijds respect voor elkaars verscheidenheid en diverse taken in het werk, waarvan wij denken, dat die de geloofsgemeenschappen het best dienen in een steeds meer geseculariseerde samenleving.

Lees meer

Wij geloven dat Jezus op een dag zal terugkomen om hen te halen die toebereid zijn en die Hem toebehoren, om bij Hem te zijn. De Bruid heeft zich gereedgemaakt en de bruiloft van het Lam zal in de hemel gevierd worden. Na deze bruiloft komen Jezus en zijn heiligen terug naar de aarde om een vrederijk te stichten – het duizendjarig rijk.

Als die duizend jaar voorbij zijn, komt het laatste oordeel. Wij geloven dat, zoals Gods woord zegt, er voor ieder mens een dag des oordeels komt. De Vader heeft de Zoon het volledige oordeel gegeven en Hij zal de levenden en doden met een rechtvaardig oordeel oordelen en ieder zal ontvangen overeenkomstig zijn werken. Wij geloven dat de harmonie die er vanaf het begin was, hersteld zal worden. Degenen die in hun aardse leven deel gekregen hebben aan heiligmaking door te wandelen in zijn voetspoor en daarmee deel hebben gekregen aan zijn leven, worden als stenen in Gods gebouw. (Openb. 21:9-11).

Dan zal iedereen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zien en de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, zal neerdalen vanuit de hemel van God, die zich als een bruid heeft gereedgemaakt en zich heeft getooid voor haar bruidegom. In deze stad zal God zelf woning nemen en Hij zal onder de mensen wonen. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal er niet meer zijn. (Openb. 21:1-5). Wij geloven dat alles dan hersteld zal worden en alles wat door de duivel en de zondeval binnenkwam, zal voor eeuwig verdwenen zijn. Het is een huishouding van verlossing in de volheid der tijden, waar alles in Christus bijeengebracht wordt. De ‘tijd’ is voorbij, en de eeuwigheid gaat door.

Lees meer